6. Nazorg

Borstreconstructie

Wondzorg
In het begin komt u regelmatig op de polikliniek waar een verpleegkundige uw wond verzorgt en hechtingen en eventuele drains verwijdert.

Tissue expander
Als u een tissue expander heeft komt u 4 tot 8 weken iedere week naar de polikliniek om de expander te laten opvullen. Het vullen verloopt in stappen en wordt gedaan door uw behandelend arts. Daarna volgt de tweede fase waarin een blijvend borstimplantaat wordt geplaatst, eventueel na chemo- en/of radiotherapie. Dit is gewoonlijk binnen 6 tot 12 maanden na de amputatie. Hiervoor worden afspraken op de polikliniek Plastische Chirurgie gemaakt.

Huidtherapie
Als u last heeft van veel littekenweefsel of oedeem (vochtophoping) in de borst kan de plastisch chirurg u doorverwijzen naar de huidtherapeute. Zij werkt ook op de polikliniek. Met verschillende technieken kan de huidtherapeute het littekenweefsel eventueel verbeteren en het oedeem verminderen. Ook kan de huidtherapeute een tepeltatoeage maken. Dit kan een aantal maanden na de operatie, als u dit wenst. U kunt dit bespreken met uw behandelend arts.  Voor meer informatie lees ook de folders 
Laserbehandeling - verbeteren van littekens of ga naar www.tepeltattoo.nl.

Chirurgie
Als u een combinatie-operatie heeft ondergaan, waarbij de borst is geamputeerd (algemeen chirurg) en direct wordt gereconstrueerd (plastisch chirurg), krijgt u de vervolgafspraken bij de polikliniek Chirurgie. Daar krijgt u ook de uitslag van het borstweefselonderzoek.

Op de polikliniek Chirurgie kunt u ook terecht voor verdere begeleiding in:

  • Verloop van de ziekte;
  • Ondersteunende zorg;
  • Voeding;
  • Seksualiteit en intimiteit;
  • Uitleg en begeleiding voor (klein)kinderen;
  • Lotgenotencontact.

Tepelreconstructie
Als de tepel niet kan worden gespaard kan deze, als u dit wenst, worden gereconstrueerd. Dit kan echter pas nadat de nieuwe borst min of meer zijn definitieve vorm heeft gekregen. Voor meer informatie lees ook de folder Tepelreconstructie.

Registratie en implantaatcheck borstprotheses
Als u een siliconenprothese heeft wordt dit in het landelijk register geregistreerd. Dit heet DBIR. De gegevens van uw prothese(n) krijgt u na de operatie van de afdeling mee. Voor meer informatie, ook over wat de registratie inhoudt verwijzen wij u naar de folder Borstreconstructie.

Nacontroles
De controles op langere termijn vinden plaats op de polikliniek.

  1. Verwijzing
  2. Polikliniek bezoek
  3. Voorbereiding op de operatie
  4. Operatie
  5. Nazorg