Als de operatie op dezelfde dag wordt uitgevoerd als waarop u wordt opgenomen, staat in de brief ook vermeld vanaf hoe laat u niet meer mag eten en drinken.
Het nuchter zijn vóór een operatie is niet bedoeld om misselijkheid na een operatie te voorkomen, maar om te voorkomen dat maaginhoud in de longen terecht komt. Misselijkheid na een operatie kan veroorzaakt worden door de narcose, de operatie zelf of door medicijnen.
Onder normale omstandigheden beschermen bepaalde reflexen (hoest- en slikreflex) dat bij braken de maaginhoud wordt ingeademd. Maar tijdens en vlak na algehele anesthesie zijn deze reflexen afwezig dan wel verminderd. Bent u misselijk en moet u braken terwijl de maag niet leeg is, dan kan de maaginhoud in de longen terecht komen. Hierdoor is er gevaar op het ontstaan van een longontsteking.
Ook bij een ‘ruggenprik’ of een andere vorm van verdoving moet u nuchter zijn. Er kunnen immers altijd onvoorziene omstandigheden zijn waardoor u algehele anesthesie moet kunnen krijgen.
De volgende regels gelden ten aanzien van eten en drinken vóór operaties:
Tijdens de operatie moet u nuchter zijn om te voorkomen dat maaginhoud in de luchtwegen terechtkomt.
Volwassenen
- vanaf 6 uur voor de ingreep niet meer eten;
- tot 2 uur voor de ingreep mag u nog heldere dranken drinken.
Kinderen tot en met 16 jaar
- vanaf 6 uur voor de operatie mag uw kind niet meer eten;
- vanaf 4 uur voor de operatie is voor zuigelingen borstvoeding niet meer toegestaan;
- tot aan het tijdstip dat uw kind in het ziekenhuis moet zijn, mag uw kind nog heldere dranken drinken.
Als tijdstip voor de ingreep geldt het moment dat u of uw kind in het ziekenhuis aanwezig moet zijn. Een slokje water bij het tandenpoetsen of om medicijnen in te nemen is altijd toegestaan.
Onder heldere dranken wordt verstaan: water, aanmaaklimonade, appelsap, thee of zwarte koffie. De voorkeur gaat uit naar suikerhoudende dranken; in ieder geval geen melk of melk bevattende dranken.
Medicijnengebruik
Als u medicijnen gebruikt, dan geeft de anesthesioloog bij de preoperatieve screening aan of er medicijnen zijn die u voor de operatie moet stoppen. Ook vertelt hij/zij wanneer dat moet gebeuren. De overige medicijnen moet u, ook op de dag van de ingreep, innemen op de voor u gebruikelijke tijdstippen, eventueel met een slokje water.
Alle medicijnen zijn belangrijk maar voor een aantal geldt dat zeker:
Soms mogen bloedverdunners niet worden gestopt, maar is het wel van belang dat tijdens de ingreep het bloed voldoende stolt. Om dit mogelijk te maken wordt de door u gebruikte bloedverdunner tijdelijk vervangen door een andere bloedverdunner.
- Medicijnen voor Diabetes Mellitus
Tabletten voor Diabetes Mellitus moeten niet meer worden ingenomen vanaf het moment dat u niet meer mag eten. Insuline moet niet meer worden gespoten vanaf het moment dat u niet meer mag eten. Een insulinepomp moet worden gestopt vanaf het moment dat u niet meer mag eten.
Bij opname in het ziekenhuis wordt het bloedsuikergehalte gecontroleerd waarna bepaald kan worden hoeveelheid insuline via een infuus moet worden toegediend.
Om de 2 uur wordt uw bloedsuikergehalte opnieuw gecontroleerd en zo nodig wordt de dosering van de insuline aangepast.
Vormen van anesthesie
Om u goed voor te bereiden kunt u ook de film met de verschillende vormen van anesthesie te bekijken.