Op de afdeling Cardiologie vindt er vaak eerst een lichamelijk onderzoek plaats. Door lichamelijk onderzoek kan men zich een idee vormen over het al dan niet aanwezig zijn van overgewicht. Een patiënt met een hartaandoening kan bovendien gemakkelijker vocht opstapelen en dus ook in gewicht toenemen.
Vervolgens wordt de bloeddruk gemeten. De arts luistert daarna met behulp van een stethoscoop naar het hart. Hierbij let hij of zij in het bijzonder op het sluiten van de hartkleppen en op geluiden die kunnen wijzen op een vernauwing of het slecht afsluiten van een hartklep. Met de stethoscoop wordt ook naar de longen geluisterd om vocht op te sporen in de longen of tussen de longen en de borstwand. In de beide liezen en ter hoogte van de voeten voelt de arts naar het kloppen van slagaders. Het verzwakt kloppen of niet kloppen van één van de slagaders, kan wijzen op een vernauwing hogerop.
Tot slot zoekt de arts ter hoogte van de onderbenen en enkels nog naar onderhuidse vochtophoping. Dit laatste kan een gevolg zijn van een hartaandoening. Een vochtophoping kan echter ook optreden na bijvoorbeeld het wegnemen van een ader voor het aanleggen van een bypass of als neveneffect van sommige medicijnen.
Onderstaand treft u een overzicht aan van de meest voorkomende onderzoeken die naast lichamelijk onderzoek kunnen plaatsvinden.