Ontlastingsverlies
Ontlastingsverlies is het onvermogen om ontlasting op te houden. Dit veroorzaakt onverwacht verlies van gas, vocht en/of ontlasting.
Ontlastingsverlies heeft een grote invloed op het dagelijks functioneren en de sociale contacten. Het kan lijden tot een sociaal isolement. Hoewel het wellicht moeilijk is doordat u zich schaamt, raden we u aan hierover te praten met uw huisarts. Er zijn behandelingen die uw klachten en kwaliteit van leven kunnen verbeteren.
Ontlastingsverlies (fecale incontinentie) gaat soms samen met de volgende symptomen:
- diarree;
- obstipatie;
- winderigheid en opgeblazenheid.
Ga naar uw huisarts als u gas, vocht of ontlasting verliest. Vaak zijn mensen door schaamte geneigd om het maar niet te vertellen. Maar hoe eerder uw klachten besproken worden, hoe eerder de behandeling kan starten en uw klachten kunnen verbeteren.
Spierbeschadiging
De kringspieren van de anus kunnen beschadigd raken, waardoor het moeilijk is om gas, vocht of ontlasting op te houden.
Zenuwbeschadiging
Door beschadiging van de zenuwen kan het aandranggevoel verstoord zijn. Als de zenuwen die de kringspieren aansturen beschadigd zijn, leidt dat tot ontlastingsverlies.
Obstipatie
Chronische obstipatie kan leiden tot een massa harde, droge ontlasting in de endeldarm, die te groot is om eruit te krijgen. De spieren van de endeldarm en de darmen rekken en verslappen, waardoor waterige ontlasting vanuit de dunne darm langs de massa komt. Zo ontstaat lekkage van dunne ontlasting. Chronische obstipatie kan (mede door hard persen) zenuwbeschadiging veroorzaken met ontlastingsverlies als gevolg.
Diarree
Vaste ontlasting is beter op te houden dan dunne ontlasting. Dunne ontlasting kan het ontlastingsverlies verergeren.
Verlies van opslagcapaciteit van de endeldarm
Normaal rekt de endeldarm, om zo de ontlasting op te slaan tot het een bepaalde hoeveelheid heeft. Dan is er aandrang en gaat u naar het toilet. Als uw endeldarm minder rekbaar is geworden door bestraling, chirurgie of IBD*, verliest u het te veel aan ontlasting.
Operatie
Een operatie aan uw anus en endeldarm kan zenuw- en spierbeschadigingen tot gevolg hebben, waardoor verlies van gas, vocht of ontlasting kan ontstaan. Bij de behandeling van endeldarmkanker - waar een groot deel van de endeldarm moet worden verwijderd - is door de afwezigheid van de opslagcapaciteit een kans op ontlastingsverlies.
Andere oorzaken
Ontlastingsverlies kan optreden bij een endeldarmverzakking (de endeldarm komt naar buiten via de anus) of door het uitstulpen van de endeldarm in de vagina (bij vrouwen).
* IBD = Inflammatory Bowel Disease: beter bekend als de Ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa.
Leeftijd
Ontlastingsverlies kan op iedere leeftijd optreden, maar het komt vaker voor bij volwassenen van middelbare leeftijd en ouderen. Ongeveer 1 op de 10 vrouwen ouder dan 40 jaar heeft ontlastingsverlies.
Vrouw zijn
Ontlastingsverlies komt iets meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Een reden hiervoor kunnen complicaties bij een bevalling zijn. Maar de meeste vrouwen zijn ouder dan 40 jaar als zij ontlastingsverlies krijgen, dus andere factoren zijn ook van invloed.
Zenuwbeschadiging
Mensen met lang bestaande Diabetes Mellitus of Multiple Sclerose hebben een verhoogd risico op ontlastingsverlies. Dit zijn aandoeningen waarbij zenuwen beschadigd kunnen raken die helpen bij continent zijn.
Dementie
Ontlastingsverlies komt vaak voor in de late fase van Alzheimer en dementie.
Verminderde mobiliteit
Door minder mobiel te zijn kan het moeilijk zijn om op tijd op het toilet te komen. Een tijdelijke beperking in de mobiliteit - bijvoorbeeld een gekneusde voet - kan problemen geven met het op tijd het toilet halen.
Emotionele gevolgen
Het verlies van waardigheid - samen met het verlies van controle over een lichaamsfunctie - kan leiden tot schaamte, frustratie, boosheid en depressie. Het is bekend dat mensen met ontlastingsverlies hun probleem proberen te verbergen door sociale contacten te vermijden.
Huidirritaties
De huid rond de anus is gevoelig en snel geïrriteerd. Herhaaldelijk contact met ontlasting kan pijn en jeuk veroorzaken.
Rectaal toucher
Dit is het onderzoeken van de anus en het eerste deel van de endeldarm. U ligt op uw linkerzij met opgetrokken knieën. De arts/verpleegkundig specialist doet onderzoek met een in een handschoen en glijmiddel ingesmeerde vinger. Tijdens het onderzoek wordt u gevraagd aan te spannen en te persen.
Vaginaal toucher
Dit onderzoek wordt alleen uitgevoerd als er verdenking is op verzakkingen.
Anale drukmeting
Hierbij wordt een zogenaamde probe in de anus gebracht. Bij aanspannen, persen, hoesten en het uitpersen wordt de druk gemeten van de kringspieren. De probe heeft dezelfde dikte als een wijsvinger.
Onderzoek van de buik
Dit onderzoek wordt alleen gedaan op indicatie. Er wordt met een stethoscoop naar de darmgeluiden geluisterd en de buik wordt met de handen onderzocht.
De onderstaande onderzoeken gaan op afspraak en alleen op indicatie.
Anale manometrie
Bij dit onderzoek wordt de druk in het anale kanaal en de endeldarm gemeten met een dunne katheter. Dit gebeurt in rust, tijdens maximaal aanspannen en tijdens persen.
Ballon expulsietest
Door middel van een ballon gevuld met lucht of water wordt het volume van de endeldarm gemeten en de bijbehorende druk bij eerste aandrang, drang tot ontlasten en maximaal verdraagbaar volume worden geregistreerd. Ook wordt de tijd gemeten die nodig is om de ballon eruit te drukken.
Endo-anale echografie
Hierbij worden de binnenste en buitenste kringspier in beeld gebracht. Dit gaat met een echobuisje die in de anus wordt ingebracht.
Colonoscopie
Met een slang waarin een camera zit (endoscoop) wordt de darm van binnen bekeken. Met deze techniek is het mogelijk om ontstekingen, vernauwingen of tumoren vast te stellen. Tijdens dit onderzoek kunnen poliepen verwijderd worden en/of biopten worden genomen.
MRI defecografie
Dit onderzoek geeft informatie over de functie van het bekkenbodemgebied tijdens de ontlasting. Anatomische afwijkingen zoals enterocele, rectocele, cystocele of rectale intussusceptie kunnen worden aangetoond.
Voeding
De vastheid van de ontlasting wordt beïnvloed door eten en drinken. Als obstipatie het onderliggende probleem is kan extra vezels nemen en goed drinken helpen. Bij dunne ontlasting kunnen vezels juist helpen met indikken. Soms is het nodig om bepaalde eetgewoontes te veranderen, omdat deze de klachten juist verergeren.
Oefeningen
Oefeningen worden gegeven door een verpleegkundig specialist of bekkenbodemfysiotherapeut. Het doel is een beter gebruik en het versterken van bekkenbodem- en buikspieren.
Toilethouding
U krijgt uitleg over de juiste toilethouding en toiletgewoontes.
Medicijnen
Onder andere anti-diarreemiddelen, laxeermiddelen of medicijnen die het spontaan samentrekken van de darmen verminderen.
Hulpmiddelen
Een groot aantal fabrikanten heeft een uitgebreid pakket met incontinentieverbanden. Echter, niet alle incontinentieverbanden zijn geschikt voor ontlastingsverlies. Laat u hierover goed voorlichten. Er bestaan ook anaaltampons die geschikt zijn als u gedurende de dag kleine beetjes vocht of ontlasting verliest. Deze anaaltampons worden in de anus ingebracht en houden het vocht of ontlasting tegen. Na maximaal acht uur moet de tampon verwijderd worden. Volg de instructies die bij de anaaltampon geleverd worden goed door.
Darmspoelen
Afhankelijk van het probleem kan er via de anus gespoeld worden met een ballonspuit (90-750 ml water) of spoelsysteem (500-1500ml water). Als de darm leeg is door het spoelen kan er geen verlies meer optreden van ontlasting. Een andere manier is spoelen via de toegang in het begin van de dikke darm (coecum/appendix). Dit noemen we antegrade spoelingen. Hierbij loopt het handwarme water met de richting van de peristaltiek mee en vermengt het water zich met de ontlasting. Deze toegang kan endoscopisch worden aangelegd (via colonoscopie). De scoop wordt opgevoerd tot in het einde van de dikka darm (coecum). Van binnen naar buiten wordt een verbinding gemaakt waardoor een katheter wordt ingebracht. Na een aantal weken wordt het katheter vervangen door een button (plastic stopje). Een andere methode is chirurgisch. Tijdens een kijkoperatie wordt de appendix (blinde darm) in de buikwand gehecht of een stukje dunne darm wordt gebruikt als er geen appendix meer aanwezig is. Hiervoor moet u wel onder narcose. Voordeel van retrograde en antegrade spoelingen is dat het darmkanaal intact blijft.
Operatie
Soms is het mogelijk om het onderliggende probleem van het ontlastingverlies te behandelen met een operatie. Dit betreft dan meestal een rectumprolaps of een beschadigde kringspier.
Operatie van de rectumprolaps, rectocele of aambeien
Er zijn verschillende technieken om deze aandoeningen te opereren. Welke ingreep het meest geschikt is hangt van de afwijking en de conditie van u als patiënt af.
Kringspier
Als de kringspier beschadigd is kan in enkele gevallen een 'anal sphincter repair' gedaan worden. Dit is een operatie van de anus waarbij de beschadiging in de kringspier chirurgisch wordt hersteld.
Andere ingrepen - zoals de gracillius plastiek en de kunstkringspier - worden maar in een paar klinieken in Nederland uitgevoerd. Indien u daarvoor in aanmerking komt kunt u doorverwezen worden.
Colostoma
Soms kunnen de problemen door het ontlastingsverlies zo groot zijn dat een operatie om een stoma aan te leggen de beste oplossing is. Bij een colostoma wordt de dikke darm door een gaat in de buik naar buiten gebracht en vast gehecht. In feite is er een poepgaatje op de buik gemaakt. De ontlasting komt via de stoma in een opvangzakje. Dit zakje kan verwisseld worden als het halfvol is. Een stoma kan betekenen dat u weer overal naar toe kan zonder bang te zijn om uw ontlasting te verliezen in uw broek.
Bekkenbodemoefening
Trek de anus en de vagina in alsof u uw plas en een windje wilt ophouden. Probeer hierbij niet de bilspieren aan te spannen. Houdt de bekkenbodemspier 3 seconde ingetrokken en ontspan weer voor 3 seconden. Herhaal deze oefening 10 keer, ongeveer 3-5 maal per dag. Voor mannen geldt: trek de anus zover in dat u de spanning richting scrotum (balzak) voelt trekken.
Verandering in voeding
- Houd een voedingsdagboek bij
Download het voeding- en ontlastingdagboek en houd gedurende een week bij wat u eet en wat uw ontlastingspatroon is. U kunt dan een verband zien tussen voeding en uw ontlastingspatroon. De voeding die uw klachten versterken kunt u vermijden en kijken of uw ontlastingsverlies vermindert. Er is voeding die diarree of winderigheid kunnen veroorzaken en ontlastingsverlies kunnen verergeren. Denk hierbij aan gekruid eten, vet eten, vlees/vis van de barbecue, koolzuurhoudende dranken en melkproducten (als u lactose-intolerant bent). Cafeïnehoudende dranken en alcohol werken ook laxerend, net als producten als suikervrije kauwgom en frisdranken. Deze bevatten zoetstof.
- Eet voldoende vezels
Vezels maken de ontlasting soepel. Vezels zitten vooral in fruit, groenten en volkorenbrood. Ook havermout of tarwezemelen zijn goede vezels. Bij dunne ontlasting zorgen tarwevezels voor meer indikken van de ontlasting. Probeer tussen de 20 en 30 gram vezels per dag te eten, maar bouw het langzaam op. Te veel vezels in één keer toevoegen kan opgeblazenheid en gasvorming veroorzaken. Download de folder vezels.
- Blijf goed drinken
Streef naar twee liter per dag. U mag maximaal zes kopjes koffie en/of thee meerekenen. Water drinken heeft altijd de voorkeur.
Gasvorming
Gasvorming kan tot veel problemen lijden. Download de folder Winderigheid voor tips om gasvorming te verminderen.
Huidverzorging
Door de huid rond de anus goed schoon en droog te houden, kunt u verdere problemen met de huid door het ontlastingsverlies voorkomen:
- Wassen met water
Was voorzichtig het gebied rond de anus. Nooit in de anus schoonmaken met doekjes. Zeep droogt de huid uit en kan irritaties geven. Schoonmaken met de douchesproeier kan ook, maar niet met een harde straal en te warm water. Schoon spuiten met een plantenspuit is handig als u meerdere keren per dag ontlasting verliest.
- Drogen
Dep de huid droog, niet wrijven.
- Toiletpapier
Gebruik zacht toiletpapier, niet hard wrijven. Als u natte toiletdoekjes gebruikt let dan op: ze moeten parfum- en alcoholvrij zijn.
- Gebruik crèmes
Gebruik sudocreme. Smeer dit dun en breng na iedere toiletgang weer aan. Gebruik geen talkpoeder.
- Ondergoed
Draag ruimvallend katoenen ondergoed. Strak aansluitende synthetisch ondergoed maakt het huidprobleem erger.
Als de behandeling het ontlastingsverlies niet compleet kan verhelpen, gebruik dan incontinentieverbanden. Deze materialen kunnen helpen uw probleem beter te contoleren.
Leren omgaan met ontlastingsverlies
Het kan zijn dat u niet graag uw huis verlaat, omdat u niet zeker weet of u het toilet haalt. Probeer deze angst te overwinnen en probeer onderstaande tips:
- Ga vlak voor u de deur uitgaat naar het toilet;
- Als u verwacht dat u ontlasting verliest, draag dan een incontinentieverband;
- Neem schoon verband en/of ondergoed mee en iets om te wassen (natte doekjes of nat (disposables) washandje);
- Weet waar de toiletten zijn, zodat u in geval van nood er snel naar toe kunt gaan.
Ontlastingsverlies geeft veel ongemak. Het is belangrijk dat u langzaam weer meer zelfvertrouwen krijgt. Behandeling kan uw kwaliteit van leven verbeteren en uw zelfvertrouwen verhogen.
Tips voor als u zorgt voor iemand met ontlastingsverlies:
Enkele tips om mensen te helpen met ontlastingsverlies om te gaan:
- Neem hem of haar mee naar de huisarts om de behandelopties te bespreken;
- Breng hem of haar regelmatig naar het toilet;
- Zorg dat de kleding snel uit kan;
- Leg uitwasbare onderleggers op de stoel en in bed;
- Zorg dat er altijd schone kleding/materialen klaarligt.
Preventie
Afhankelijk van de oorzaak is het mogelijk om ontlastingsverlies te voorkomen. Onderstaande tips kunnen helpen:
- Verminder obstipatie
Beweeg meer, eet meer vezels en drink voldoende.
- Behandel diarree
Behandel de oorzaken van diarree, zoals darminfectie of diarree door medicatie.
- Voorkom persen
Persen tijdens het ontlasten kan de kringspieren verzwakken en de zenuwen in dit gebied beschadigen. Dit kan mogelijk tot ontlastingsverlies leiden.
- Schrijf uw klachten/symptomen op, inclusief wanneer ze begonnen zijn, hoe ze veranderd zijn of verergerd gedurende de tijd;
- Neem een lijstje mee met uw medicijnen, inclusief de vitamines en supplementen die u inneemt;
- Schrijf uw ziekte(voor)geschiedenis op, inclusief andere aandoeningen waarvoor u behandeld wordt;
- Schrijf persoonlijke informatie op, bijvoorbeeld een verandering in stress in uw leven. Deze factoren kunnen verbonden zijn met de darmproblemen en
- Schrijf vragen op om aan uw arts/verpleegkundig specialist te stellen. Bijvoorbeeld:
- Welke onderzoeken heb ik nodig?
- Welke behandelingen zijn er?
- Zijn er beperkingen op het gebied van voeding die ik moet volgen? Kan het helpen om mijn voedingspatroon te veranderen?
Welke vragen kunt u verwachten van uw arts/verpleegkundig specialist?
Dit wordt per patiënt bekeken. Enkele vragen als voorbeeld:
- Wanneer zijn de klachten begonnen?
- Vermijd u activiteiten vanwege uw klachten?
- Is er iets dat uw klachten verbetert of verslechtert?
- Komen de Ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa (IBD) of darmkanker in de familie voor?
- Bent u ooit bestraald in het bekkenbodemgebied?
- Hoe zijn uw bevallingen verlopen?
- Zijn er problemen met het plassen?
Ook kunt u vragen verwachten over mogelijke problemen bij vrijen, anale seks en of u in uw leven psychisch, lichamelijke of seksueel bent misbruikt.