Dit gebeurt meestal in 4 stappen:
• een DXA-scan van uw heup en wervelkolom
• een VFA-onderzoek of een röntgenfoto van uw wervelkolom (indien nodig)
• inschatting of er een verhoogd valrisico bestaat
Omdat vallen tot een botbreuk kan leiden, zal uw behandelaar willen weten hoe groot het risico is dat u valt. De belangrijkste vraag die uw behandelaar stelt, is hoe vaak u het afgelopen jaar bent gevallen. Heeft u een verminderde spierkracht of bent u snel uit balans, dan kan fysiotherapie zinvol zijn. Heeft u een erg hoog risico om te vallen? Dan kan uw behandelaar u verwijzen naar een valpolikliniek in het ziekenhuis.
• onderzoek naar secundaire osteoporose
Bij secundaire osteoporose is de osteoporose het gevolg van een andere ziekte of van een behandeling. In dat geval wil uw behandelaar vaak extra bloedonderzoek doen. Bij bloedonderzoek zal uw behandelaar bijvoorbeeld de bloedbezinking, het vitamine D-gehalte en hormonen meten.
Komt u naar de fractuurpolikliniek omdat u pas geleden een botbreuk heeft gehad, dan wordt u gezien door een physician assistant. In een vraaggesprek zal uw gezondheid in kaart gebracht worden om vervolgens de uitslag van de DXA-scan met u te bespreken en daarna een diagnose te stellen. Een medisch specialist kan ook een DXA-scan aanvragen omdat u bijvoorbeeld lang prednison heeft gebruikt of omdat u een andere ziekte heeft die osteoporose kan veroorzaken. Dan zal de uitslag van de DXA-scan worden besproken door uw eigen behandelaar.