Sl letsel
Het polsgewricht is een complex gewricht bestaande uit acht botjes (handwortelbeenderen), de ellepijp en het spaakbeen. Deze botjes zijn verbonden door banden, die ligamenten worden genoemd. De ligamenten zorgen er onder andere voor dat de acht handwortelbeenderen vloeiend bewegen en in balans blijven wanneer u de pols beweegt. De ligamenten bieden de pols stevigheid en balans.
Zowel het maanvormige bot (os lunatum) en het scheepsvormige bot (os scaphoideum) maken deel uit van de acht handwortelbeenderen. Tussen deze twee botten loopt een belangrijk ligament. Dit ligament wordt het scapholunaire ligament (SL-ligament) genoemd. Dit SL-ligament zorgt ervoor dat de twee botten in balans blijven en elkaar volgen bij het bewegen van de pols.
Door een val op een gestrekte pols of bij een gebroken pols kan het SL-ligament scheuren. Wanneer dit is gebeurd spreken we van een SL letsel (ook wel scapholunaire dissociatie genoemd). In enkele gevallen wordt een SL letsel veroorzaakt door chronische overbelasting van de pols (bij bijvoorbeeld een stratenmaker). Door het gescheurde ligament ontstaat er speling tussen de twee botten en gaan ze abnormaal en onafhankelijk van elkaar bewegen. Het maanvormige bot (lunatum) kantelt achterover en het scheepsvormige bot (scaphoid) kantelt voorover. Het polsgewricht wordt instabiel. Na verloop van tijd neemt ook de afstand tussen de twee botjes toe. Op de lange termijn kan er slijtage van het polsgewricht optreden.
Als het SL ligament (blauwe pijl) scheurt kan er instabiliteit ontstaan. Op de lange termijn kan uitgebreide slijtage ontstaan van de aanliggende gewrichten (geel).