Het samentrekken van de hartspier komt tot stand door elektrische geleiding. In de rechterboezem van het hart bevindt zich de sinusknoop; de natuurlijke pacemaker. Wanneer de sinusknoop een elektrische prikkel afgeeft aan de boezems, trekken deze gelijktijdig samen. Door deze samentrekking worden de hartkamers met bloed gevuld.
De elektrische prikkel verspreidt zich via het geleidingssysteem (AV knoop, Bundel van His en Purkinjevezels) naar de hartkamers, waardoor ook deze zich samentrekken en het bloed het lichaam inpompen.
Soms kan een elektrische prikkel op een andere plaats in het hart ontstaan. In een gezond hart kan een extra slag (hartoverslag) voorkomen. Meestal blijft dit bij één of meerdere slagen en neemt de sinusknoop de regie weer over. Bij mensen met een vergroot of beschadigd hart kunnen sommige hartoverslagen wel gevaarlijk zijn. Dit geldt in het bijzonder wanneer de extra slagen uit de kamers komen. Eén extra slag kan voldoende zijn om het hartritme te versnellen en overgaan in een levensbedreigende hartritmestoornis, waarbij het hart niet of nauwelijks meer pompt.
We maken onderscheidt in twee levensbedreigende hartritmestoornissen:
- Ventrikeltachycardie (VT)
Bij een kamertachycardie, ook wel ventrikeltachycardie (VT) genoemd, ontstaan elektrische prikkels ergens in de hartkamer in plaats van de sinusknoop. De kamers trekken in een hoog tempo en ongecoördineerd samen, onafhankelijk van de boezems. Het hart kan 100 tot 400 slagen per minuut halen.
Bij een snelle tachycardie is de tijd tussen de hartslagen te kort om het hart weer vol te laten lopen met bloed. Het hart pompt te weinig zuurstofrijk bloed naar de hersenen en het lichaam. De bloeddruk daalt. De patiënt voelt zich duizelig en kan flauwvallen.
Kamertachycardie kan overgaan in kamerfibrilleren. Dan ontstaat er een levensbedreigende situatie.
- Ventrikelfibrillatie (VF)
Bij kamerfibrillatie, ook wel ventrikelfibrillatie (VF) genoemd, wordt het hart vanuit verschillende plaatsen in de kamer geprikkeld. De elektrische activiteit is chaotisch. Het hart trilt en trekt niet meer samen, waardoor de bloedcirculatie stil valt en de patiënt bewusteloos raakt. De patiënt dient onmiddellijk gereanimeerd te worden. Ventrikelfibrillatie wordt in de volksmond ook wel 'hartstilstand' genoemd.